Het is vandaag de eerste werkdag na een welverdiende vakantie. Aan het eind van de ochtend komt de baas naar je toe. Je kijkt verbaasd op en hij wilt je even apart spreken. Je vraagt je af waarover het gaat en loopt met hem mee naar de directie kamer. Bij binnenkomst vraagt hij je te gaan zitten. Voor de vakantie heb je een project afgerond en daarvoor wil hij je bedanken. Het beoogde resultaat is naar ieders tevredenheid al gehaald. Tijdens het project heb je laten zien hoe goed je bent in leiding geven. Hij vraagt je om een nieuw, groter project te gaan leiden, met meer verantwoordelijkheid. Je zegt het nog niet zeker te weten en dat je er de volgende dag op terug komt. De baas is er van overtuig dat jij dit talent bezit. Jijzelf weet nog niet zo zeker of je hier wel echt geschikt voor bent. Van binnen weet je dat je goed leiding kan geven maar er zit iets anders dwars. Je gaat met een onbestemd, onzeker gevoel naar huis.
Het nare gevoel blijft bij thuiskomst en je besluit een goede vriend te bellen. Dit blijkt een goede zet. Je realiseert je daardoor ineens dat vroeger altijd tegen jou gezegd is dat ‘als je als dubbeltje geboren bent, je nooit een kwartje kunt worden’. Dit geloof jij nu sinds ruim 15 jaar alsof het de waarheid is. Al die tijd heeft dit voor een onbewust blokkade gezorgd. Wanneer er nieuwe mogelijkheden zich aandienden, zoals deze functie nu, was er altijd een reden om het toch niet te gaan doen.
Nu wil je het anders doen want, anders zal je hier de rest van je leven spijt van krijgen. Je besluit morgen ja te zeggen op het aanbod van je baas en daarmee deze onbewuste overtuiging over jezelf om zeep te helpen.
In de periode hierna regel je via je baas een coach traject, waarbij je werkt aan deze overtuiging. Na een paar sessies lukt het je deze overtuiging te vervangen door ‘als iemand anders het kan, kan ik het ook!’. Het project is hard werken en na afloop kijk je tevreden terug op de samenwerking en resultaten. Van alle collega’s krijg je complimenten over je zekere manier van leiding geven.
Je vraagt je af waarom je niet eerder aan de slag bent gegaan met belemmerende en kracht gevende overtuigingen over jezelf.
Je besluit een lijst te maken met 10 kracht gevende en 10 belemmerende overtuigingen.
Het duurt even om op gang te komen, maar dan rollen ze er een voor een uit:
Negatief:
Mensen zitten niet op jouw bemoeienis te wachten. Doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg. Je bent dom. Er is altijd iemand ander die het meer verdient dan jij. Etc.
Kracht gevende:
Als iemand anders het kan, kan ik het ook! Als ik me ergens op focus, lukt het. Er zijn altijd meer dan twee opties, ik geef betekenis aan het leven van anderen. Het leven heeft het beste met mij voor en alles komt altijd op zijn pootjes terecht. Negatieve overtuigingen over jezelf kun je veranderen. Etc.
Het lijkt dat hoe langer je hier mee bezig bent, des te makkelijker je ze vindt.
Je kijkt terug naar de lijst die inmiddels nog net op een velletje past.
Door de overtuigingen zo op papier te beschrijven, ontstaat er ruimte om meer jezelf te zijn zoals je echt bent. Het lijkt raar, maar in de periode daarna verdwijnen sommige negatieve overtuigingen. De kracht gevende worden juist sterker en regelmatig moet je er bewust aan denken. Het worden ankertjes die op het juiste moment spontaan in je gedachte opkomen.
Een jaar later ben je dankbaar dat je de nieuwe functie aangenomen hebt.
Auteur: Remko Delsasso – Mooisteen Coaching & Advies – Specialist in Talentontwikkeling.
